B2b
Wat houd b2b in mijn ogen in?
B2B is een internationaal gekende term die Business to Business afkort.
vaak draait het hierbij om dat er bedrijven specifieke zaken doen met andere bedrijven.
B2B is een internationaal gekende term die Business to Business afkort.
vaak draait het hierbij om dat er bedrijven specifieke zaken doen met andere bedrijven.
enkele begrippen verworven doorheen het jaar
AIDIA
Dit is een marketingmodel dat 4 stappen uitlegt die aan bod moeten komen in reclame. Het woord staat voor Aandacht, Interesse, Drang/verlangen en Actie.
Aandacht: Je moet de aandacht trekken van potentiële klanten. Dit kan bv. door opvallend reclame.
Interesse: Je moet de klant wijzen op de positieve elementen van het product.
Drang: Je gaat de interesse omzetten in verlangen. Je gaat de klant overtuigen waarom ze het product nodig hebben.
Actie: Het uiteindelijke doel is dat de klant jou product gaat kopen. Je kan de klant bijvoorbeeld informeren waar het product te verkrijgen is.
Met de tijd mee is het model wel wat uitgebreid. Zo bestaat er ook een AIDAS-model. Hier is de S van satisfaction (tevredenheid) aan toegevoegd. Dit begrip heeft te maken met een vervolgaankoop. Ook de volgorde van het AIDA-model is in de loop der tijd veranderd. Zo kan het verlangen bij sommige producten voor gaan op de interesse.
B2C
Hier focust zich men vooral op de kleinhandel, of ook weleens de detailhandel genoemd. Men gaat goederen of diensten rechtstreeks aan de consumer afleveren. Het is tevens ook de laatste schakel in de goederenstroom van fabricage tot consument.
Klantenfiche
Hier houd ik bij wat ik moet weten over mijn klant en wat ik zeker in 't oog moet houden als hij/zij klant wordt
De 7 P's
1. Product: Hier betreft het het fysieke product, goed of dienst. Men kan hierbij het 'iets' ook weer in 3 opsplitsen namelijk het fysieke product, het uitgebreide product en het totale product.
2. Prijs: De prijs is voor iedereen belangrijk. Zowel consument als leverancier en het word aangepast aan de hand van de verhouding tussen vraag en aanbod. Het is in de meeste categorieën een snel aanpasbare factor en is daardoor een vaak voorkomend marketing instrument.
3. Plaats: Dit is de factor waar de consument zijn product verkrijgt. Bv een glas cola als hij een terrasje gaat doen. Of een fles cola die hij koopt in de supermarkt.
4. Promotie: Hierbij gaat het bedrijf zich zetten op de communicatie naar de consument toe gericht op het stimuleren van de verkoop.
5. Personeel: Wanneer men een product of goed moet verkopen kan of is het gedrag van het personeel van essentieel belang. Klantvriendelijkheid is een van de belangrijkste dingen. Wanneer de consument het gevoel heeft dat hij niet word begrepen of gewaardeerd word zal hij snel afhaken.
6. Proces: Deze toevoeging kwam tot stand om aan te geven dat diensten anders dan fysieke producten beleefd worden. Het product wordt anders ervaren dan een proces vanaf het moment van aankoop.
Dit is een marketingmodel dat 4 stappen uitlegt die aan bod moeten komen in reclame. Het woord staat voor Aandacht, Interesse, Drang/verlangen en Actie.
Aandacht: Je moet de aandacht trekken van potentiële klanten. Dit kan bv. door opvallend reclame.
Interesse: Je moet de klant wijzen op de positieve elementen van het product.
Drang: Je gaat de interesse omzetten in verlangen. Je gaat de klant overtuigen waarom ze het product nodig hebben.
Actie: Het uiteindelijke doel is dat de klant jou product gaat kopen. Je kan de klant bijvoorbeeld informeren waar het product te verkrijgen is.
Met de tijd mee is het model wel wat uitgebreid. Zo bestaat er ook een AIDAS-model. Hier is de S van satisfaction (tevredenheid) aan toegevoegd. Dit begrip heeft te maken met een vervolgaankoop. Ook de volgorde van het AIDA-model is in de loop der tijd veranderd. Zo kan het verlangen bij sommige producten voor gaan op de interesse.
B2C
Hier focust zich men vooral op de kleinhandel, of ook weleens de detailhandel genoemd. Men gaat goederen of diensten rechtstreeks aan de consumer afleveren. Het is tevens ook de laatste schakel in de goederenstroom van fabricage tot consument.
Klantenfiche
Hier houd ik bij wat ik moet weten over mijn klant en wat ik zeker in 't oog moet houden als hij/zij klant wordt
De 7 P's
1. Product: Hier betreft het het fysieke product, goed of dienst. Men kan hierbij het 'iets' ook weer in 3 opsplitsen namelijk het fysieke product, het uitgebreide product en het totale product.
2. Prijs: De prijs is voor iedereen belangrijk. Zowel consument als leverancier en het word aangepast aan de hand van de verhouding tussen vraag en aanbod. Het is in de meeste categorieën een snel aanpasbare factor en is daardoor een vaak voorkomend marketing instrument.
3. Plaats: Dit is de factor waar de consument zijn product verkrijgt. Bv een glas cola als hij een terrasje gaat doen. Of een fles cola die hij koopt in de supermarkt.
4. Promotie: Hierbij gaat het bedrijf zich zetten op de communicatie naar de consument toe gericht op het stimuleren van de verkoop.
5. Personeel: Wanneer men een product of goed moet verkopen kan of is het gedrag van het personeel van essentieel belang. Klantvriendelijkheid is een van de belangrijkste dingen. Wanneer de consument het gevoel heeft dat hij niet word begrepen of gewaardeerd word zal hij snel afhaken.
6. Proces: Deze toevoeging kwam tot stand om aan te geven dat diensten anders dan fysieke producten beleefd worden. Het product wordt anders ervaren dan een proces vanaf het moment van aankoop.